leren loslaten

Houd het realistisch

Veel mensen hebben niet-realistische ideeën over gezond afvallen. Ze denken dat ze niets meer mogen eten, dat ze 2 keer moeten koken (voor henzelf en voor de rest van het gezin) en dat ze echt nooit meer naar een feestje kunnen omdat het dan zéker fout zal gaan. Denk aan alle toastjes en borrelhapjes die langskomen, de glazen wijn en niet te vergeten: de stukken taart. Inderdaad is werken aan een gezond gewicht niet makkelijk. Het betekent dat het slimmer is om bepaalde dingen niet meer te eten of in ieder geval te minderen. En ja, de wereld zit vol verleidingen en dan is volhouden soms lastig. Maar... het kan wel!

Werken aan een gezond gewicht is echter iets wat je er niet ‘even bij doet’. Dat vergt een goede voorbereiding, kost tijd en veel inspanning. Dat wordt nog wel eens vergeten. Je denkt: ‘Zo, dan ga ik nu even vijf kilo afvallen en dan pas ik weer in mijn bikini’. Of: ‘Ik begin nu en dan heb ik over 2 weken weer een goed gewicht’.
Helaas werkt het niet zo. Gezond afvallen en volhouden gaat niet vanzelf. Wie serieus wil werken aan een gezond gewicht, moet 4 dingen onthouden, namelijk:
Waarom wil je afvallen?
Leren van het verleden
Het gaat niet vanzelf
Fouten maken hoort erbij

1. Waarom wil je afvallen?

Er zijn veel redenen waarom je wilt werken aan een gezond gewicht. Als het goed is heb je die ingevuld bij de vragenlijst. De motivatie die jij hier hebt ingevuld is heel belangrijk voor de momenten dat je het even niet meer ziet zitten of dat het tegen zit. Als je dan kunt terugdenken aan het ‘waarom’ kan dat een goede stimulans zijn om diep adem te halen en te denken: ik ga door! Wil je wat vaker aan je motivatie herinnerd worden? Schrijf dan je motivatie op in je notitieboekje of schrijf het op een blaadje en hang het op de koelkast!

2. Leren van het verleden

Misschien heb je eerdere pogingen gedaan om af te vallen en heb je daar geen goede herinneringen aan. Of misschien heb je op andere vlakken geprobeerd je gedrag te veranderen? Misschien werd je chagrijnig of maakte je ruzie met iedereen. Of je viel af, maar toen je eenmaal stopte zaten de kilo’s er zo weer aan. Het is logisch dat je er dan enigszins tegenop ziet. Bedenk vooral dat je nu echt aan een gezonde leefstijl wilt werken en dat je ook niet te streng voor jezelf moet zijn. Probeer vooral terug te kijken en te bedenken wat voor jouw moeilijke situaties of momenten kunnen zijn. En als je je vooraf realiseert dat er best een tegenslag zal komen en daar niet tegen gaat vechten, maar de draad weer oppakt dan is de kans groot dat je dit keer wel succes hebt.

3. Het gaat niet vanzelf

Door er goed bij stil te staan dat het niet van zelf gaat worden je verwachtingen realistischer. Het is niet raar dat afvallen lastig is. Werken aan een gezond gewicht betekent immers dat je je manier van eten goed onder de loep moet nemen en waarschijnlijk veel moet veranderen. Je staat er misschien niet bij stil, maar heel veel voedsel steek je uit automatisme in je mond. Omdat het gezellig is bijvoorbeeld, omdat je het ‘verdiend’ hebt of omdat je lekkere trek hebt. Wat dat betreft moet je op een bepaalde manier dus opnieuw ‘leren eten’. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Maak eens de vergelijking met leren autorijden. Ken je iemand die na één les vol vertrouwen de snelweg opreed en vanzelf kon fileparkeren?

4. Fouten maken hoort erbij

Net zoals alles wat je moet leren autorijden, lopen, fietsen gaat het met werken aan een gezond gewicht precies zo. De ene dag gaat het erg goed en voel je je sterk, zelfverzekerd en trots, maar een andere dag breekt er een “crisismoment” aan waarop je je niet kunt beheersen. Je breekt toch een zak chips aan of eet een half pak koekjes waarna je je daarna waarschijnlijk heel schuldig voelt.
Dat is niet nodig, want fouten maken moet. Pas als je fouten maakt leer je. Kijk maar naar het leren fietsen, autorijden of lopen. De eerste tien lessen vergeet je keer op keer de koppeling in te drukken en maakt de auto de akeligste schurende geluiden. Maar juist omdat dat tientallen keren gebeurt, en de rij-instructeur je wijst op hoe het wél moet, leer je de koppeling goed in te drukken als je naar een andere versnelling gaat. Van fouten leer je. De volgende keer dat je een dip hebt, weet je dat een koekje de oplossing niet is (want je weet dat dat een rotgevoel oplevert). Misschien maak je in plaats daarvan een ommetje, besluit je het gras te maaien of stap je op de fiets.